De ideale serveertemperatuur

De serveertemperatuur van een wijn heeft grote impact op de smaakbeleving. Daarom is het moeilijk om optimaal te genieten van een wijn die te warm of te koud wordt geschonken.

Aroma’s worden het best waargenomen bij 18°C. Vanaf 10°C vermindert de smaakzin, bij temperaturen lager dan 4°C worden de smaakpapillen bijna ongevoelig. Hogere temperaturen versterken zoet, terwijl lagere temperaturen bitter, zout en een samentrekkend mondgevoel, te wijten aan tannine in een wijn, accentueren. Om die reden is het af te raden om een krachtige rode wijn koud te serveren. Hoe hoger de termperatuur van een wijn, hoe krachtiger aroma’s en een warm mondgevoel, veroorzaakt door de alcohol. Over zuren zijn de meningen verdeeld, maar het lijkt toch dat een wijn met veel zuren of alcohol licht gekoeld beter smaakt. Witte wijnen, die vaak een hoger zuurgehalte hebben, worden immers bij lagere temperatuur geproefd of gedronken.

Enkele tips in verband met de serveertemperatuur van wijn:

  • Opletten bij ‘serveren op kamertemperatuur’: dit was van toepassing in het verleden wanneer zelden tot hoger dan 18°C verwarmd werd. Vandaag stellen we de verwarming vaak boven de 20°C af en heeft het concept geen zin meer. 
  • Als je een wijn wil koelen, doe je dit het beste in een emmer met water en ijs. Dit geldt zowel voor witte, rosé als rode wijn. Het kan ook in de koelkast, maar dan duurt het langer (20 tot 30 minuten in plaats van 10 minuten in de ijsemmer). Absoluut te vermijden: de diepvries.
  • Koelen betekent niet bevriezen. Opgelet als er op een etiket staat: ‘ijskoud serveren’. Het is een manier om defecten of de povere kwaliteit van de inhoud van een fles te maskeren. 
  • Een wijn opwarmen doe je niet bij een krachtige en directe warmtebron (radiator, haardvuur). Via het glas van de fles zal de wijn snel te warm worden en een oververhitte wijn is onomkeerbaar beschadigd. Het ideale is de wijn langzaam op temperatuur te laten komen in een donkere, koele kast. Als je weinig tijd hebt kan je de fles in lauw water leggen gedurende enkele minuten.
  • Hou rekening met de buitentemperatuur: hoe warmer het is, hoe koeler eender welk type wijn moet geserveerd worden.
  • Hou in het achterhoofd dat een wijn, eens uitgeschonken, snel een paar graden warmer wordt. Ter indicatie, een wijn die uitgeschonken wordt bij 8°C zal na een twintigtal minuten in een omgeving van 25°C een temperatuur van 13°C laten opmeten.

Ideale schenktemperatuur

likoreuze witte wijnen 7-9°C
lichte, droge witte wijnen met veel zuren, mousserende wijnen 8-10°C
krachtige witte wijnen 10-12°C
rosé-, primeurwijnen 9-10°C
jonge rode wijnen met weinig tannine 13°-15°C
krachtige rode wijn 15°-17°C
oude, tanninerijke wijnen 16°-18°C