De wijngaarden rondom het wijngoed In Der Eben zijn onder de mooiste van Italië. Omringd door beuken- en eikenbossen liggen ze op de steile bergflanken van de Eisack-vallei, met zicht op Bolzano.
De zon schijnt er pal op de wijngaarden, maar wordt getemperd door de koele berglucht die meelift op de Eisack. Die stroomt van de Brennerpas tussen Oostenrijk en Italië tot iets ten zuiden van Bolzano waar ze uitmondt in de Adige.
Oude stokken van de vernatschdruif worden als pergola’s gesnoeid. Ze groeien circa een meter verticaal om dan horizontaal richting de vallei af te buigen. Alsof ze zich voorover krommen om de bodem van het dal te zien.
In de wijngaarden floreert een mix van planten: grassen, wikke, klavers en koolzaad met in het midden tussen de rijen druivelaars een strook phacelia’s. Deze varenachtige planten ogen niet alleen prachtig met hun blauwviolette, stekelige bloemen, maar verstuiven bovenal een zwoele, lavendelachtige geur die de schoonheid van deze plaats een extra dimensie geeft.
Een groene plantenmat bedekt het bijzondere terrein waarin de wortels van de druivelaars op zoek gaan naar voedsel en water. Vulkanisch, vol porfirisch stollingsgesteente, schraal, mager, droog. De bodem bevat net voldoende vocht opdat de wingerds enkele kleine, intens smakende druiventrossen opleveren.
Johannes Plattner is samen met zijn goede vriend Heinrich Mayr van Nusserhof een pionier van natuurlijke wijnbouw in Zuid-Tirol. In de jaren negentig startte hij met het bottelen van de eigen wijn, toen nog onder de naam Ebnerhof. Zijn zoon Urban nam in 2014 het familiedomein over, na vijf jaar ervaringen bij Simonit in Oostenrijk, Duitsland en Friuli.
Urban is totaal pretentieloos van aard, maar behoort tot Italië’s grootste talenten. Zijn wijnen slagen er steeds in een snaar te raken.
In de wijngaarden werkt hij uitsluitend met de hand met als doel een gezondecosysteem voor de wingerds te onderhouden.
In de wijnkelder heeft hij een eigen stijl van vinifiëren, onder meer geïnspireerd door zijn grote idool Jösko Gravner en goede vriend Martin Gojer van Pranzegg. Zo macereert hij met schillen bij witte wijnen en maakt hij gebruikt van steeltjes bij de vinificatie van zowel wit als rood.
Al zijn wijnen rijpen minimaal anderhalf jaar in foeders, de meeste tweeënhalf jaar.
Het resultaat zijn levende wijnen met een indrukwekkende gelaagdheid, met veel spanning en lengte in de dronk, en die intrigerende evoluties ondergaan tijdens de jaren in de fles of eens uitgeschonken in het glas.