Selvapiana

Rufina, Toscana

Selvapiana was oorspronkelijk een Middeleeuwse wachttoren langs de rivier de Sieve, gebouwd om de stad Firenze te beschermen aan noordoostelijke kant. Tijdens de Renaissance werd het omgebouwd tot een idyllische villa met wijngaarden, olijfgaarden en een moestuin, dienend als zomerresidentie voor de bisschoppen van Firenze en adellijke Florentijnse families. In 1827 ontdekte Michele Giuntini, een welvarende bankier en voorouder van de huidige eigenaar, Francesco Giuntini, het prachtige landgoed.

“Dit zijn langlevende wijnen, vol karakter, smaak en diepgang, met de troef van vlotte drinkbaarheid.” – Guida Slow Wine 2024

Francesco was een visionair en heeft altijd geloofd in het potentieel van de Rufina-appellatie. Hij was een van de eersten die een Riserva-wijn maakte uitsluitend van sangiovese-druiven, afkomstig uit een enkele wijngaard: de befaamde Bucerchiale. De eerste jaargang van deze iconische fles dateert uit 1979. In 1978 bood Francesco Giuntini de jonge Franco Bernabei zijn eerste baan als oenoloog aan. Franco staat tegenwoordig bekend als één van de grootste experts op het gebied van sangiovese en adviseert nog steeds aan Selvapiana. Sinds 1997 wordt Selvapiana met liefde geleid door de geadopteerde kinderen van Francesco Giuntini. Federico en Silvia zijn de kinderen van de getalenteerde keldermeester Franco Masseti, die in 1990 helaas vroegtijdig overleed.

De bosrijke heuvels van Rufina liggen aan de voet van de Apennijnen, de bergketen die Toscane scheidt van Emilia-Romagna. De nabijheid van deze bergen heeft een sterke invloed op het microklimaat van de regio: een haast ononderbroken bergwind tempert de zomerse hitte en de temperatuurverschillen tussen dag en nacht zijn groot. Hierdoor rijpen de druiven langzaam gedurende het hele zomerseizoen en bereiken de bessen een mooie aromatische balans. De resulterende wijnen kenmerken zich door frisse zuren, aromatische precisie, krachtige maar nobele tannine en een lange nasmaak.

Het Selvapiana-landgoed beslaat een oppervlakte van 250 hectare, waarvan 58 beplant zijn met wijnstokken, 36 met olijfgaarden en 140 hectare met bossen. De meeste wijngaarden bevinden zich rondom de villa en dragen de namen van het oude mezzadria-pachtstelsel: Bucerchiale, Fornace, Casanova, Pesalova, Vigna al Pino, en anderen. De wijngaarden worden scrupuleus en op natuurlijke wijze beheerd, en Selvapiana is biologisch gecertificeerd.

De nieuwe vinificatiekelder, in gebruik sinds de oogst van het jaar 2005, stelt Selvapiana in staat om druiven met uiterste zorg te vinifiëren. Dit gebeurd deels in roestvrijstalen tanks met temperatuurregeling en deels in betonnen kuipen uit de voormalige kelder. De fermentatie voltrekt zich met wilde gisten, en de maceraties duren minimaal 30 dagen. Een groot deel van de wijnen rijpt in eikenhouten vaten in de sprookjesachtige, eeuwenoude kelder onder de villa. Hier liggen ook alle jaargangen van de Riserva (later Riserva Bucerchiale) die sinds 1948 zijn geproduceerd.

Vanaf oogstjaar 2019 overziet de jonge, getalenteerde Francesco, zoon van Federico Giuntini, het werk in de wijngaarden en cantina. Met zijn puristische terroir-gerichte aanpak zijn de gevierde wijnen van Selvapiana nog fijner, preciezer en exemplarisch geworden voor het grote potentieel van de Rufina wijnregio.