Deze rosato ontstond als een toeval: in 2007 werd een nieuwe wijngaard aangeplant en in 2009 zou er voor het eerst geoogst worden. Maar enkele dagen voordien werd een groot deel van de druiven opgegeten door everzwijnen. Deze vervaarlijke viervoeters leven talrijk in het bosrijke en onherbergzame hinterland van Messina en terroriseren bij voedselschaarste de arme boeren aan de kust. Giovanni en zijn vader besloten om het overgebleven deel van de oogst te vinificeren als een rosato, voornamelijk bestemt voor eigen gebruik. Ze beriepen zich op de antieke oost-Siciliaanse techniek pist’ e mutt’: de druiven worden geperst en de dag nadien wordt de most gezeefd. Door de schilmaceratie van zo’n twaalf uur krijgt de wijn een structuur die het in het midden houdt tussen een donkere rosé en een lichte rode wijn. Dit is het soort verfrissende wijn dat de lokale boeren vroeger op warme dagen dronken, aangelengd met water, om de dorst te lessen. Een lichte rosé zou te waterachtig worden, bovendien zorgen dezelfde polyphenolen die voor de kleur zorgen ook voor een betere stabiliteit van de wijn. In tijden waarin bewaartechnieken nog niet zo op punt stonden als vandaag, was het risico op oxidatie van de wijn immers veel groter.
In de neus bosvruchten, citrusvruchten, mediterrane kruiden en bloemige tonen. In de mond is de wijn verfrissend en smakelijk met veel spankracht in de dronk. Doorwinterde proevers zouden kunnen raden dat de wijngaarden nabij de zee zijn gelegen, want zowel in de neus als in de mond is een zilte toets te herkennen. Serveer bij antipasti, lichte pastagerechten of proteïnerijke vis zoals zalm, zwaardvis en tonijn of gegrild vlees in een heel pure bereiding.